Master P is terug. Alweer. De ondernemer die de hiphopwereld eind jaren negentig in een ongeëvenaarde commerciële houdgreep hield, deed rond 2004 al een tevergeefse gooi naar hernieuwd succes met Lil Jon aan zijn zijde. Vlak daarna presenteerde hij zichzelf juist nadrukkelijk als onafhankelijke straatrat, zonder inmenging van gevestigde namen of grote distributeurs, en toen dat niet werkte maakte hij hals over de kop nog een onsuccesvolle overstap naar conscious rap. Echt waar, de rapper die de jaren hiervoor honderden miljoenen had verdiend met geweld- en drugsverhalen, vulde nu zijn nummers ineens met wijsheden die zo gebundeld hadden kunnen worden als Martin-Luther-King-voor-dummies: "Let the kids grow, let the kids play. If we change for tomorrow it will be a brighter day."Lees ook het grote coverartikel dat Thomas Heerma van Voss schreef over Master P en No Limit.
Daarna: stilte. Eerst maanden, toen jaren. Master P droeg het stokje van zijn afgebrokkelde imperium ongemerkt over aan zoonlief Romeo en verdween via de zijdeur uit zicht. Zo nu en dan was hij op Nickelodeon te zien, hij danste een keer op televisie, hij scheidde van zijn vrouw en dwong een bizar lage alimentatie af - jarenlang waren dat de enige berichten die over de rapper naar buiten kwamen. Tot vorig jaar, toen hij het label No Limit Forever in handen nam. En sindsdien schreeuwt hij het tegen iedereen die het maar wil horen: hij gaat terugkomen. Nu echt. Niet meer als The Last Don, niet meer Ghetto Bill Gates, maar als Al Capone, de naam van zijn net gedropte gratis mixtape. De naam No Limit Forever suggereert continuïteit ten opzichte van ouder werk, maar eerlijk is eerlijk, met de hoogtijdagen van P's goudglimmende tank heeft deze muziek bar weinig te maken. Alle mc's en producers die het No Limit-kamp smaak gaven, hebben hun heil allang elders gezocht, zelfs broer Silkk The Shocker doet niet meer mee. De diepe bassen en blikkerige drums die No Limit kenmerkten, zijn aangepast aan de laatste trends en volgegooid met gezongen refreintjes, waardoor het geheel bijzonder gelikt en inwisselbaar klinkt. Ook ooit zo typische uitdrukkingen als Uuugh en Bout it, bout it spelen nog geen rol meer. Jammer voor nostalgici, maar op zich is het wel de juiste basis voor een werkelijke comeback: niet meer vastklampen aan oude formules, maar een nieuwe weg inslaan. Een nieuwe sound creëren. Een nieuwe artiest worden. Althans, zo zou het kunnen, maar ondanks alle aangepaste omstandigheden klinkt Master P zorgwekkend veel hetzelfde als vroeger. Een zielloze rapper, een dramatische tekstschrijver. Wie verwacht dat hij na al die jaren in de scene en vervolgens in de onbekendheid iets te vertellen heeft, of een spoor van zelfreflectie zal tonen, moet op het openingsnummer zijn prognoses al bijstellen: "Why you doin' what you doin', man I don't know/But stay out my business, before I cut your fuckin' throat/Why I'm fuckin' rappin', and why I came back/Bitch I'm in a mansion you in a motherfuckin' shack." Meer introspectie dan dat valt er op heel Al Capone niet te horen. Master P doet exact hetzelfde als altijd: hij schept op, hij zegt dat hij aan de top staat, dat hij zich aan de straatcodes houdt, dat hij zich volledig inzet voor zijn label. Erg? Nee, van een artiest als P hoeft niet veel diepzinnigs verwacht te worden, liever niet zelfs. Alleen, en daar wordt het wel problematisch, lijkt hij zich geen moment comfortabel te voelen bij zijn eigen nummers. Of te geloven wat hij zelf zegt. Zijn raps klinken hakkelig, zijn beats zijn te gladjes voor zijn straatteksten, zijn refreinen klinken - anders dan vroeger - te geforceerd. Misschien is dat wel de reden dat hij op geen enkel nummer alleen te horen is: steeds weer duiken er gastartiesten op, de meeste onbekend en ontalentvol. Vroeger waren er smaakmakers als Fiend en Mystikal die P's nummers extra glans gaven, nu moeten we het doen met een gebrekkige MC als Alley Boy, die op meer dan de helft (!) van de tape te horen is en bij iedere gastverse een wanhopig ongeïnspireerde indruk maakt. Waarom in hemelsnaam met hem samenwerken? Het is onduidelijk en het geeft Master P's toch al matige coupletten iets tragisch, bijna wanhopigs. Zijn nieuwe muzikale weg lijkt namelijk geen keuze, maar een noodoplossing. Alsof hij zijn oude collega's niet meer zover kreeg en toen maar met b-artiesten van dit moment in zee ging. Alsof hij wel weet dat het niet overtuigend is, maar gewoon niets beters kan verzinnen. Op Al Capone horen we dan ook niet zozeer een herboren of energieke rapper, eerder iemand die zijn oude trucjes en netwerk niet meer weet te vinden. De tape is weliswaar makkelijk te luisteren, voornamelijk vanwege de inhoudsloosheid en makkelijke deuntjes, maar er is niets dat ook maar enigszins verrast of beklijft. Geen frisse beat, geen aardig onderwerp, geen boeiende flow. Dieptepunt is Gangstas Need Love Too, waarop P een oud nummer van zichzelf in een aanzienlijk slappere variant oplepelt. "I came to get what's mine," zegt hij nog hoopvol aan het begin van No Limit This Real Shit (met Nipssey Hussle en Game), een van de zeldzame uiblinkers. En, even later: "Y'all woke up a sleeping giant." Maar iedereen die deze tape luistert, weet hoezeer de hiphopwereld veranderd is terwijl P lag te slapen. De man die ooit een reus was is nu veranderd in een betekenisloos bijpersonage. En hij is de enige die het niet doorheeft. ( 4.0 ) Download Mixtape | Free Mixtapes Powered by DatPiff.com