Het gaat de rapper Hopsin voor de wind. De laatste jaren bouwde hij een flinke undergroundreputatie op, maar inmiddels ligt door zijn harde werk een steeds groter publiek binnen handbereik. Was de single ' Sag My Pants ' uit 2010 al een grote YouTube-hit, de afgelopen jaren breidde hij zijn fanbase alleen nog maar verder uit. Mede daardoor werd hij op de cover van het hiphopmagazine XXL geplaatst en zijn zelfs de Billboardcharts niet meer veilig voor zijn video's. Reden dus voor nieuwsgierigheid naar zijn nieuwste werk: Knock Madness .
Die bevat dezelfde stijl, kwaliteiten en gebreken als de twee albums hiervoor. Wederom is er bovendien de vreemde tegenstelling die Hopsins muziek kenmerkt. Met zijn vaak gewelddadige teksten, gepassioneerde rapstijl en duistere imago - in clips en video's draagt hij gekleurde lenzen die hem een sinistere aanblik geven - poogt Hopsin namelijk een rauw personage neer te zetten. Zijn vorige album, uit 2010, heette nota bene Raw . Maar in contrast met zijn stem en de manier waarop hij zich voordoet, is de muziek zelf juist erg toegankelijk. Dat zit hem deels in de sterke beats die hij zelf maakt, die meestal strak en vrij clean geproduceerd zijn. Ze zitten goed in elkaar en gaan prima mee in het opgefokte sfeertje, of voegen als het nodig is juist een extra dosis drama toe. Zeker in combinatie met de vlot flowende Hopsin, wiens talent zich onder meer uit in rijmschema's die geen moment haperen, zorgt dat ervoor dat koppen geregeld flink op en neer kunnen. Neem 'Rip Your Heart Out', een nummer dat wel lekker ongepolijst klinkt, waarop hij en gastartiest Tech N9ne de microfoon verbaal compleet slopen over een industrial-achtige baslijn. Tekstueel heeft de MC uit L.A. trouwens het nodige te melden, want buiten enkele agressieve brag & boast-tracks met vermakelijke punchlines om, heeft hij het onder meer over een vriend die aan de drugs ten onder gaat, problemen met de dames en de nadelen van het leven als rapper. Een jammerlijk bijgevolg is dat hij vaak veel te zeurderig overkomt, zeker gezien de schreeuwerige delivery. Op gegeven moment wordt het gejammer over al zijn problemen daardoor vervelend en heb je vooral de neiging hem eens een vriendelijke aai over de bol te geven. De meer humoristische Hopsin had dan ook iets prominenter voorbij mogen komen, want lines als "But most importantly//Hiphop isn't dead no more, you see//'Cuz Kendrick took the bar, then raised it up higher for MCs//Unfortunately the little nigger's like four foot three//The guy's a fucking midget, his high is still really short to me" zijn genieten. Maar de belangrijkste reden dat de muziek van deze man regelmatig bijna poppy klinkt, is de verzameling matige tot werkelijk abominabele refreinen. Steevast worden zijn verses afgewisseld door spekgladde dan wel slecht gezongen hooks. 'Tears To Snow' kent tussen het gefrustreerde getier door, waarin Hopsin het op een gegeven moment zelfs over zelfmoord heeft, bijvoorbeeld een ultiem zeurderig, rockachtig refreintje dat de nekharen om verkeerde redenen overeind zet. Eenzelfde effect bereikt 'Good Guys Get Left Behind', waarin Hopsin zich verongelijkt voelt omdat hij alle leuke meisjes de verkeerde jongens ziet kiezen. Hijzelf zingt het mierzoete refreintje dat haast een parodie lijkt, maar gezien de bloedserieuze aard van de teksten toch echt gemeend schijnt. Door de centrale rol die deze hooks innemen, kun je er niet omheen en drukken ze een grote stempel op het geheel. Daar komt nog eens bij dat ze daar vaak niet bij passen en de kracht van Hopsins boodschappen soms volledig onderuit halen. De vele kwaliteiten van Hopsin, simpelweg één van de allergrootste raptalenten van dit moment, worden erdoor naar beneden gehaald. Knock Madness is hierdoor een prima hiphopplaat met een schrijnende schoonheidsfout, en dat is zonde. (6.5)