Quantcast
Channel: STATEMAGAZINE Feed
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1434

Meitje - It Takes A Lot

$
0
0

Het label cross-over lijkt iets uit vergane tijden. Iets dat doet denken aan begin jaren negentig, aan de rappende/schreeuwende Zac de la Rocha van Rage Against the Machine, aan Urban Dance Squads succes in de Verenigde Staten, aan Chuck D’s bijdrage op Sonic Youth’s 'Kool Thing'. Toch is die term het eerste wat te binnen schiet als je Meitje hoort, de gelegenheidscombinatie van hiphopproducer Shroom en zanger Gover Meit. De eerste heeft goede contacten met de Wu-Tangfamilie: hij produceerde Ghostface Killah’s 'Superstar' ( Apollo Kids , 2010) en voor verschillende Wu-Tang Killa Beez. In eigen land heeft hij veel voor Salah Edin geproduceerd. De tweede zong bij undergroundband Wooden Constructions, die neurotische, weerbarstige rock maakt.   

Hun gezamenlijke It Takes A Lot is waarschijnlijk het vreemdste Nederlandse album dat je dit jaar zult horen. Zoals het een goede samenwerking betaamt, is het geheel meer dan de som der delen. Het is een kwelling voor iedereen die last heeft van een hokjesgeest. Op de voorgrond horen we steevast de zware, vervreemdende, sonore stem van Meit die de enige consistente factor is op dit album. Als geheel is het een schijnbaar willekeurig samenraapsel van stijlen: van reggae-ritmes en cooljazz-snippers tot militant punkgeschreeuw en duister gebrom. Als je hyperactieve electro-achtige beat van 'Vigorous' hoort, kun je bijna niet voorstellen dat dezelfde persoon op openingsnummer 'Golden Ticket' iemand op zo’n soulvolle, zoetgevooisde wijze laat zingen. De teksten zijn al net zo bizar. Van een refrein als “We could have been ballin’ in de hofje” tot een aubade aan de narwal. Er is eigenlijk maar één duidelijke vergelijking te maken: het vorig jaar verschenen album van gelegenheidsproject Coevorduh , van JvT-rapper Vjeze Fur en Aux Raus-zanger Bastiaan Bosma. Beide albums zoeken de grenzen van het luisterbare op. Het zes minuten durende 'Ode to Bill Bush' is een les in potsierlijke gitaarsolo’s, de raps in de laatste minuut van Basi Guhr (samen met het geschreeuw) klinken als een hysterische parodie. De stem van Gover Meit klinkt als een pastiche op een schurk in een Amerikaanse actiefilm. Soms draagt dat bij aan het vervreemdende karakter van It Takes A Lot , vaker komt het gemaakt over, als iets dat niet echt bij de muziek hoort. Sowieso is het een plaat, net als Coevorduh, waarbij het verschil tussen ironie en oprechtheid voor de luisteraar niet te traceren is.   De lijn tussen geniaal en gek is heel dun. Dat laat een rapper als Kool Keith goed zien: de gekte kan zowel productief als contraproductief zijn. In het beste geval krijg je een album dat een inkijk biedt in een unieke wereld, in het slechtste geval iets dat zo ongrijpbaar is, dat je de plaat snel terzijde schuift. Op die lijn balanceert Meitje constant, met wisselend succes. Op 'It Be'k en 'Narwhal no 1' weten de twee precies de juiste balans te vinden, maar op het gros van het album lukt dat niet. De eigenzinnigheid is vaak ondoorgrondelijk, wat ten koste van de luisteraar gaat.  (5.0)    


Viewing all articles
Browse latest Browse all 1434