Wat is de beste hiphopgroep aller tijden? Het is een vraag waar menig verhit discussieavondje aan gewijd kan worden, uiteraard zonder duidelijke uitkomst. Een stuk eenvoudiger wordt het als je de vraag herformuleert: welke hiphopgroep herbergt het meeste talent? Tot op de dag van vandaag heeft zich namelijk nooit zo'n rijk collectief aangediend als de Wu-Tang Clan. Negen leden, geen enkele zwakke schakel: het is een ongeëvenaarde prestatie, die het duidelijkst naar voren komt op de onovertroffen debuutplaat Enter The Wu-Tang: 36 Chambers (1993). Sindsdien heeft de Clan als groep nog aardige werken uitgebracht, maar de focus ligt toch op de solocarrières. Grofweg zijn die in twee categorieën te verdelen: enerzijds zijn er de Wu-mc's die vasthouden aan hun oude sound en af en toe een degelijk, maar bovenal voorspelbaar album uitbrengen (Inspectah Deck, GZA, Masta Killa), anderzijds zijn er de acts die hun grenzen steeds opnieuw proberen te verleggen en regelmatig verrassende samenwerkingen aangaan (RZA, wijlen Ol' Dirty Bastard).
Ghostface Killah behoort onmiskenbaar tot de laatste categorie. Hij is een van de zeldzame mc's die met evenveel gemak kan vermaken als ontroeren, een talent dat meerdere memorabele releases heeft opgeleverd. Terwijl men nog steeds reikhalzend uitkijkt naar zijn samenwerking met DOOM (Toen beiden drie weken geleden in het land waren, zijn ze weer samen de studio ingedoken, red.), heeft hij nu alvast de handen ineen geslagen met Sheek Louch, onder de veelbelovende naam Wu-Block. Hun titelloze debuutalbum klinkt echter even grimmig als inspiratieloos. De tracks liggen - op Drivin' Round (met GZA, Masta Killa en Erykah Badu) na - allemaal in elkaars verlengde, gaan over het leven op straat, wapens, drugs, geweld, over het leven als beroemd mc. Ja, het is prettig om te horen dat Ghost en Sheek elkaar prikkelen hun beste beentje voor te zetten, maar tegelijk heeft de samenwerking iets bijzonder verlammends: beiden rappers durven eigenlijk geen moment van het geijkte pad af te wijken. Ze proberen elkaar in hun stoere verhalen te overtreffen, maar vergeten daardoor vijftien tracks lang een andere toon aan te slaan. Ook de vele gastartiesten uit de Wu Tang- en Lox-stal gaan mee in de stoere straatvertellingen, die losstaand misschien niet onaardig zijn, maar als geheel iets dodelijk saais hebben. Nergens is er een afwijkende klank, een beat die verrast of een refrein dat beklijft. De paar aardige ideeën die er zijn, sneeuwen onder bij het fletse geheel en worden ook gewoon onvoldoende uitgewerkt - bijvoorbeeld Different Time Zones, waarbij een op zich fris concept (tijdsverschillen tijdens een tournee) uitmondt in een simpel alibi voor de zoveelste rits voorspelbare lines (Louch: "On the tenth floor lookin' over Paris / My neighbour's all embarressed cause I'm ass naked watching the clock / He hatin', but his wife steady watchin' my cock.") Het is natuurlijk prijzenswaardig dat Ghost en Sheek geen krampachtige poging gooi doen naar de hitlijsten - weinig erger dan een jeugdheld in de mal van de hedendaagse commercie. Track voor track bekeken valt er ook niet zo veel op Wu-Block aan te merken, maar als geheel heeft Wu-Block iets hopeloos gedateerds. De sleutelvraag: is die standvastigheid nou een kwaliteit, of een teken van creatieve armoede? Als je Ghostface's cv erbij haalt, ben je al gauw geneigd te denken: het eerste, maar dit fletse album doet toch anders vermoeden. Of zal hij, net zoals bijna al zijn Wu-collega's, veranderen in een vrij doorsnee rapper, bij wie de sporen van de vroegere glorie steeds zeldzamer zijn? Hoe het ook zij, een groep met Wu in de naam moet tot meer, veel meer in staat zijn dan dit. (5)