Cee-Lo Green kent iedereen. Goodie Mob is, met name tegenwoordig, een pak onbekender. Toch is dat toch echt de groep waar de rapper/hitzanger mee debuteerde en die met name met Soul Food (1995) een buitengewoon prettig en scherp album afleverde dat in de VS zelfs de gouden status verwierf. Niet alleen dat, de term 'Dirty South', vandaag de dag de naam van een hiphop-subgenre, werd door deze act uit Atlanta bedacht . Het laatste wapenfeit stamt alweer uit 2004 en was al zonder Cee-Lo, die solo en (met Danger Mouse) als Gnarls Barkley grotere successen wist te behalen. Maar nu, ruim negen jaar later, is het eindelijk tijd voor de opvolger, mét Cee-Lo Green.
Je kunt de heren in elk geval niet verwijten dat ze niet met hun tijd mee zijn gegaan. Age Against the Machine is namelijk een futuristisch klinkende plaat, met drukke, elektronisch getinte beats volgestopt met van alles en nog wat: nerveuze geluidjes, bombastische blazers, dubstep-elementen, roffelende drumcomputers en ga zo maar door. De rappers gaan met hun vaak zeer aparte flows volledig mee in deze sfeer. Wat dat betreft scoort dit project een hoop punten op originaliteit en brengt het een verfrissende sound. Na de zegetocht van Cee-Lo met hits als 'Crazy' en 'Fuck You' is het interessant om te kijken wat zijn rol nu is binnen het gezelschap. Gelukkig schikt hij zich over het algemeen gewoon als één van de vier groepleden, Goodie Mob is dan ook nog altijd gewoon Goodie Mob wat dat betreft. Wel eist hij met zijn typerende stem en met name de refreintjes die hij verzorgt extra de aandacht op. Dat is vaak geslaagd, maar niet altijd. 'Ghost of Gloria Goodchild', bijvoorbeeld, heeft een hook die ietwat over the top is. Veel erger wordt het echter op 'Amy', een werkelijk afgrijselijk fout, mierzoet liefdesliedje over zijn 'first white girl' dat op geen enkele manier in geheel past. Daar komt bij dat de groep veel risico neemt. Niet alleen omdat dit niet het album is dat veel oude fans zullen verwachten, ook omdat het experiment niet geschuwd wordt. Dat geeft dit plaatje een geslaagd bevreemdende sfeer mee, maar heeft ook nadelen. Er gebeurt ontzettend veel en op gegeven moment ontstaat er overkill. De gekke delivery gaat vervelen, de nervositeit van de muziek gaat, ondanks de bijbehorende energie, tegenstaan. Sowieso zijn er wat slappe momenten aan te wijzen: als T-Mo in 'Special Education', een nummer met een cliché boodschap ("Don't you wanna be special?") en een bedenkelijk refrein, zijn verse begint door het woord 'special' te spellen, is dat de laatste doodsnagel voor het nummer. Dit alles gaat ten koste van de genietbaarheid van een verder strak geproduceerd, sterk gerapt en (als we 'Amy' even vergeten) goed samengesteld geheel waar zeker goede ideeën op terug te horen zijn. Zonde dus. De leden klinken stuk voor stuk hongerig en dat is goed nieuws, maar misschien hadden ze er net iets langer bij stil moeten staan of alles dat nu op Age Against the Machine staat wel zo broodnodig is. Een klein beetje meer 'less is more'-mentaliteit was namelijk helemaal niet gek geweest. Nu heb je aan het einde van de rit vooral zin om een rustig nummer als 'I Didn't Ask to Come', een (g)oud nummer van het gezelschap, eens op te zetten om even bij te komen. (6.0)