Bij binnenkomst zie ik een drumstel op het podium staan. Dit baart mij zorgen. De trend waarbij elke rapper en zijn moeder (bij Waka bijna letterlijk: zijn moeder doet zijn management) maar met live band moet optreden, resulteert in minstens de helft van de gevallen in een belabberd optreden.
Wooh da Kid doet het voorprogramma en voor een Brick Squad weed carrier gaat hem dat nog vrij aardig af. Hoogtepunt zijn de twee dames die het podium opgetrokken worden, omdat ze staan te vechten. De dj (over deze topper later meer) vraagt waar ze vandaan komen en echoot de zaal in of er nog meer mensen uit Almere 'in the house' zijn. Dit blijkt niet het geval. Als het aankomt op live-optredens hanteer ik normaal gesproken een strikte norm: live rappen of GTFO. In de afgelopen jaren is mijn vertrouwen in Amerikaanse rappers dermate vaak geschaad en beschimpt dat ik eerlijk gezegd niet heel erg veel hoop voor deze avond had. Ik ben oprecht blij dat ik hier van terug moet komen. Dat wil niet zeggen dat het een perfect optreden was, maar energie en ontzettend veel zin, van de artiest zijn kant, blijkt genoeg te zijn voor een fantastische show. Waka is met zijn bijna twee meter, en bos dreads die alle kanten op wappert, een imposant voorkomen. Hij staat geen seconde stil. Bij sommige tracks doet hij slechts zijn adlibs, andere stukken pakt hij accapella of op totaal overdreven drum solo's van de drummer. Dit is de eerste keer dat ik een drummer heb gezien, die meer rondloopt dan dat hij achter zijn drumstel zit. Hij rent rondjes, springt op alles dat voor handen is en slaat schijnbaar willekeurig zo af en toe een hi-hat de vernieling in. De Poolse metal-purist die ik meegesleept hebt ergert zich dood aan zijn constante drumstok-truucjes (dit schijnt not done te zijn voor echte drummers), ik kan er alleen maar van genieten. De dj, die na twee tracks zijn shirt uitgooit en een stel manboobs van Rick Ross-esque formaat tentoonstelt, heeft zowaar nog meer zin in deze avond en klimt op een gegeven moment zelfs op de monitor-toren, terwijl hij shirts het publiek inslingert. Waka's beatkeuze wordt gevormd door zware 808-knallers, die de dj aanzet met een kakafonie van explosies, gunshots en airhorns. Gecombineerd met zijn constante gebrul in de mic had ik soms het gevoel dat er live een mixtape voor mijn neus in elkaar gedraaid werd. Effectbejag van de bovenste plank, maar ik kan mij geen show voorstellen waar het meer op zijn plaats is. Van de eerste tot de laatste track wordt er gemoshed alsof we in 1999 bij de Heideroosjes staan. Aan beide kanten van het podium doemen zo nu en dan twee bodyguards op die fungeren als heipalen, en later ook als juweliers (welke zichzelf respecterende rapper doet een show met één en dezelfde ketting om?). Een enthousiaste fan mag het podium op, krijgt een hypotheek van een leuk huisje in de Baarsjes in de vorm van een Foghorn Leghorn om zijn nek en mag meerappen in een mic die niet aan staat. De setlist is een prima combinatie van Flockavelli tracks (een classic album, yeah, I said it) en materiaal afkomstig van het (aanzienlijk minder goede) Triple F Life. Uiteraard wordt er afgesloten met club magnum opus Hard in da Paint , waarbij iedereen het podium wordt opgemaand. Zo kunnen de bodyguards ook nog even werken voor hun geld.