Quantcast
Channel: STATEMAGAZINE Feed
Viewing all articles
Browse latest Browse all 1434

Jay-Z - Magna Carta Holy Grail

$
0
0

Wat valt er voor Jay-Z nog te winnen? Sinds hij in 1996 debuteerde, heeft hij klassiekers uitgebracht, commerciële megasuccessen behaald, nummer 1-hits gescoord en ook nog laten zien dat hij een van de beste tekstschrijvers ter wereld is. Logisch dat zijn laatste soloalbums niet klakkeloos verschenen, maar zorgvuldig gekoppeld werden aan een achterliggend verhaal.

Bij The Black Album (2004) was dit verhaal zijn 'pensioen', bij Kingdome Come (2006) zijn comeback, bij American Gangster (2007) de gelijknamige blockbuster, bij Blueprint 3 (2009) zijn grootse optreden op Coachella. Het zorgde ervoor dat Jay altijd vol in de schijnwerpers bleef staan, ook als de muziek zelf tekort schoot. En dat was het probleem: Jay's tracks kregen, uitzonderingen daargelaten, steeds meer iets gemakzuchtigs en oppervlakkigs over zich. Watch The Throne (2011) was een prima samenwerking met Kanye, maar laten we eerlijk zijn: echt artistieke uitschieters kende het solomateriaal dat Jay-Z de laatste acht jaar heeft uitgebracht niet. Bij Magna Carta Holy Grail is het publiciteitscircus misschien wel groter dan ooit. Door een deal met Samsung waren er al een miljoen exemplaren van het album verkocht nog voor het was verschenen. Maar, veel belangrijker: Jay-Z probeert hoorbaar weer iets op het spel te zetten in zijn tracks. Dit twaalfde soloalbum is het meest openhartige en indringende werk dat hij in bijna tien jaar heeft uitgebracht. Natuurlijk zijn er nog steeds de gebruikelijke brag & boast-nummers - soms wat sleets, soms alleraardigst, met punchlines als: "Conspiracy theorists screaming Illuminati / They can't believe this much skill is in the human body" - maar op andere momenten laat Jay-Z veel van zichzelf zien. Hij heeft het over religie. Over de huidige politiek, over zijn net geboren dochter, over armoede. En het knappe daaraan is dat hij het niet op een opdringerige of overdreven manier doet. Geen moment klinkt het alsof hij zich heeft voorgenomen serieuze thema's aan te snijden, het engagement wordt nergens uitgesmeerd, nee, de nummers hebben allemaal een fijne ongedwongenheid over zich. Dat komt vooral doordat Jay in zijn vertellingen dichtbij zichzelf blijft en het niet schuwt om hardop na te denken. Neem het sterke slotnummer Nickels & Dimes (met een refrein van Gonjasufi ), waarop hij beschrijft dat hij geld aan een zwerver geeft, die daar vervolgens high van wordt. Ben ik nu deel van het probleem, vraagt Jay-Z zich af. En: waarom gaf ik in eerste instantie geld, om werkelijk iets te verbeteren aan de buitenwereld, om me goed te voelen over mezelf? Het draait hier niet om de antwoorden, maar om de vragen. Ook de momenten dat Jay-Z hardop nadenkt over zijn gezinsleven winnen aan kracht door de kleinschalige aard ervan: geen opgeklopte sentimenten, geen hoogdravendheid, maar gevoelens die rechtstreeks uit Jay-Z's eigen leven lijken te stammen. Bovendien zorgen zulke momenten voor welkome afwisseling: ze contrasteren namelijk met de keren dat Jay de twijfels van de huisvader voor zich houdt, en in de rol kruipt van de wereldberoemde artiest die dagelijks aan sigaren lurkt en alle concurrentie te sterk af is. Op Beach is Better geeft hij bijna $100,000,- uit gedurende één dag aan zee; op Crown verdedigt hij op Watch the Throne-achtige wijze zijn machtspositie tegenover andere MC's; op Picasso Baby somt hij de namen op van allerlei grote kunstenaars, musea, schilderijen, steeds om zichzelf ernaast te plaatsen of iets glorieus te beweren over zijn eigen leven. Sowieso is het aantal keren dat Jay-Z een grootheid noemt in zijn raps ongeëvenaard. Een greep uit het assortiment: Julius Caesar, Pablo Picasso, Frank Sinatra, Lucky Luciano, Bob Dylan, Mark Rothko, de Mona Lisa, Billie Holiday, Kurt Cobain, Columbus, Michael Jordan, Michael Jackson. Tja. Op zich is er niets mis mee dat Jay zichzelf op de borst klopt, het zou vreemd en zelfs een tikkeltje hypocriet zijn als hij geen aandacht besteedde aan de ongekende weelde die hem al jaren omringt. Maar deze referenties hebben veelal niets om het lijf, ze zijn niet verpakt in spitsvondigheden of doordachte vergelijkingen, ze zijn alleen een richtingloze vorm van namedropping. En dat maakt het op zich fijne contrast tussen weelde en twijfel, pocherij en introspectie, uiteindelijk toch een beetje hol. De tegenstellingen op zich zijn sterk, maar worden niet nader uitgediept, of invoelbaar gemaakt. Natuurlijk, Kanye doopte zich nog geen maand geleden officieel om tot Yeezus, en voerde op zijn album zelfs een gesprek met God, maar dat paste binnen de context: het album stond volledig in het teken van megalomanie, van grootheidswaanzin, van hyperbolen. Jay-Z vertelt een veel eerlijker en kalmer verhaal, waarbinnen de werkelijkheid er meer toe doet. Op sommige momenten geeft dat de muziek een fijne, realistische lading; dan weet Jay-Z levendig te beschrijven in wat voor wereld hij leeft en zorgt zijn nonchalante flow ervoor dat de grote successen die hij beschrijft heel vanzelfsprekend lijken. Alsof hij er helemaal geen moeite voor heeft hoeven doen. Alsof het altijd zo geweest: Jay-Z aan top van de hiphopscene, de muziekwereld misschien wel, en niemand die hem van die troon kan stoten. Maar op andere tracks, zoals degene waar hij constant naar anderen verwijst zonder enige uitdieping, krijgt de muziek iets oppervlakkigs. Zelfs sommige momenten waarop Jay-Z werkelijk iets op het spel zet klinken uiteindelijk nogal leeg. Het is fijn dat hij binnen het geheel afwisselt, maar in details schiet hij veelvuldig tekort. Neem Jay-Z Blue, het nummer waarin hij twijfelt aan zijn capaciteiten als vader. Een op zich interessant gegeven, maar tekstueel gebeurt er niets verrassends. Jay benoemt sentimenten in plaats van dat hij ze beschrijft. Daardoor blijft het ondanks de inzet een verbazingwekkend gevoelloos, expliciet relaas: "Father never taught me how to be a father / Treat a mother I don't wanna have to just repeat another leave another." Op Magna Carta Holy Grail blijkt eens te meer hoe snel een ontspannen stijl, bij gebrek aan krachtige verhalen en dwingende thema's, kan omslaan in een luie sound. Gelukkig toont Jay-Z wel te veel klasse en spitsvondigheid om dit werkelijk een tam album te maken. Grote pluim daarbij verdient ook Timbaland, die beats aflevert waarmee zelfs de meest modale rapper nog overeind zou blijven staan. Wat vooral knap is van de producties, is de veelzijdigheid: Timbo's beats zijn doorgaans binnen een paar tellen al te herkennen, maar hier varieert hij er driftig op los. Picasso Baby (vrij letterlijk hiervan gesampled) heeft met de vlotte drums en het gitaarrifje een vrij ouderwetse hiphopsound, terwijl de met clichés doordrenkte opener Holy Grail (met Justin Timberlake) gemaakt lijkt voor de hitlijsten. Ook de andere producers - onder meer Swizz Beats, Hit-Boy, Pharrell - leveren knap en strak werk, en zorgen ervoor dat de plaat een professioneel en gevarieerd geluid heeft. Zowel inhoudelijk als muzikaal schommelt Magna Carta Holy Grail heen en weer tussen uitersten. Tussen de grillen van een twijfelende veertiger en grootse feesten in landhuizen. Tussen champagne in een privévliegtuig en twijfel naast het kraambed van de dochter. Wat valt er voor Jay-Z nog te winnen? Die vraag stelt hij zichzelf niet, maar lijkt hem wel bezig gehouden te hebben. Op Magna Carta Holy Grail is Jay-Z hoorbaar zoekende, naar een nieuwe rol, binnen zijn gezin en binnen de hiphopwereld. Het album ligt daarmee in het verlengde van Watch the Throne en is misschien geen hoogtepunt uit zijn oeuvre, maar na zijn voorgaande releases wel een duidelijke stap vooruit. Van grootse of spectaculaire vorm is geen sprake, de echte scherpte ontbreekt nog, maar Jay-Z doet en probeert meer dan hij in jaren heeft gedaan. On to the next one. (7.0)  


Viewing all articles
Browse latest Browse all 1434