Het is één van de eerste mooie lentedagen van het jaar als Obaro Ejimiwe, oftewel de Britse mc en zanger Ghostpoet, Amsterdam aandoet om zijn nieuwe album Some Say I So I Say Light te promoten. Dat betekent tien interviews doen in een bedompt hotelkamertje, maar de lol is er bij hem niet minder om. “Ik ben al lang blij dat ik dit keer überhaupt promotie doe,” lacht hij. Hij heeft een punt. Zijn debuutalbum Peanut Butter Blues & Melancholy Jam (2011) werd in Engeland goed ontvangen en zelfs genomineerd voor de prestigieuze Mercury Prize, maar het deed over de landgrenzen vrij weinig. De plaat werd dan ook voor het grootste gedeelte in zijn slaapkamer in Coventry opgenomen en op kleine schaal in het Verenigd Koninkrijk uitgebracht. Nu Ghostpoet bij het internationale indie-label PIAS Recordings is getekend worden de zaken echter anders aangepakt. Een promotour langs onder andere Berlijn, Parijs, Brussel en Amsterdam, gevolgd door een wereldwijde clubtour moeten er voor zorgen dat zijn internationale doorbraak van de grond komt.
Ghostpoet ziet zichzelf niet als hiphopartiest. Opmerkelijk, voor een muzikant die weliswaar veel zingt, maar wel degelijk rapt. “Ik houd er gewoon niet van om in een hokje te worden gestopt,” legt hij uit. “Ik zie mezelf als muzikant, niet als rapper. Ik maak zo creatief mogelijk muziek, zonder daarbij aan genres te denken. Genres zeggen me niets.” De reden daarvoor is ook dat Ghostpoet zich niet wil binden aan een verwachtingspatroon. “Als je kiest voor een bepaald genre, dan bepaal je ook je scene . Dan wordt er van je verwacht dat je die bepaalde muziekstijl maakt. Daar komt nog bij dat mensen die van een ander muziekgenre houden, niet naar je muziek luisteren omdat jij nu eenmaal in een ander gebied opereert. Ik wil juist dat mijn muziek een zo breed mogelijke aantrekkingskracht heeft, dus nee, die genreaanduidingen betekenen niet zo veel voor mij.” Meer kan hij met de opmerking dat zijn muziek een typisch Britse klank heeft. Net als The XX of James Blake zit er een soort droevige melancholiek in Ghostpoets stem en zijn muziek, die je niet zo snel aantreft buiten het Verenigd Koninkrijk. “Ik denk dat het een cultuurding is, het leven in Engeland is ook anders dan bijvoorbeeld hier. Het is geen bewuste keuze om muziek te maken volgens een bepaald geluid, het komt er gewoon natuurlijk uit. Ik ben een product van mijn omgeving, in muzikale zin. Als ik in een ander land zou zijn opgegroeid, dan zou dat ook in mijn muziek te horen zijn. Maar ik ben geboren en getogen in Londen en sinds een paar jaar woon ik er weer, dus ik zit nou eenmaal erg in een Londen- state of mind .” Die gemoedstoestand levert soms dichterlijke uitspattingen op: Some Say I So I Say Light is de raadselachtige titel van het nieuwe album. Ghostpoet moet lachen als hij er mee wordt geconfronteerd. “Dat is een uitdrukking die in mijn onderbewustzijn rondzweeft en die ik al een tijdje geleden had opgeschreven. Ik had er niet meer echt aan gedacht tot ik een titel voor het album moest bedenken. Het betekent dat wanneer anderen voor een bepaalde richting kiezen, of bepaalde dingen doen of zeggen, dan doe ik iets anders, ik volg mijn eigen pad. Dat is wel een reflectie van mijzelf als persoon; ik heb altijd mijn eigen ding willen doen, liever dan de massa te volgen.” Toch is Ghostpoet zich er van bewust dat anderen een eigen invulling aan de titel geven. “Ik wist dat het een titel zou zijn die openstaat voor allerhande interpretaties en daar houd ik van. Dat wil ik namelijk ook met mijn muziek. Hét verschil tussen Some Say I So I Say Light en zijn debuutalbum Peanut Butter Blues is de professionelere benadering in het scheppingsproces. “Ik heb de demo’s thuis gemaakt, op mijn piano. Daar is het begonnen, maar we hebben het album ontwikkeld en afgemaakt in de studio. Ik was al wel in studio’s geweest voor eenmalige korte projecten, maar voor dit album zat ik er drie weken lang. Een studio is een gekke omgeving om in te zijn. Gek, maar goed in de zin dat alles om muziek draait. Dat is wat ik nodig had om mijn sound te ontwikkelen en te groeien als muzikant.” Op Some Say I So I Say Light staan relatief veel features, zeker in vergelijking met het eerste album. De meewerkende musici komen uit alle hoeken van de muziekwereld, zoals drummer Charles Hayward van punkband This Heat en afrobeatpioneer Tony Allen. Hierdoor klinkt het album meer divers, maar tegelijkertijd is er wel sprake van eenzelfde tone of voice . “Ik denk dat dat gewoon naturally me is, het is de ruggengraat van mijn muziek. Ik luister naar zoveel verschillende muziek dat mijn eigen muziek ook altijd van plek naar plek zal springen. Nu ik weet welke kant ik muzikaal gezien op wil, had ik ook de vrijheid van geest om zaken radicaal om te gooien, soms zelfs binnen één nummer. Met dit album kon ik me dan ook meer uitdrukken en op zoek gaan naar de uitersten. Ik ben wel tevreden met hoe dat heeft uitgepakt,” besluit Ghostpoet lachend. Die positieve houding, en Ghostpoets goede zin over het algemeen op deze lange persdag, contrasteren met de pessimistische, aan het depressief grenzende van zijn muziek. “Ik mag niet klagen over wat ik doe: muziek maken. Dat is mijn passie en daarover zit ik nu hier in Amsterdam te praten. Ik ben dus een gezegend man, maar ik voel me niet altijd fantastisch. Sometimes I feel like shit. Je kunt nou eenmaal niet altijd maar positief zijn en ik denk dat het belangrijk is een verscheidenheid van emoties te weerspiegelen.” Toch moet hij toegeven dat droefheid de overhand heeft: “ik weet het ook niet, ik denk dat mijn beste muziek nu eenmaal voorkomt uit een dark place . Dat zijn naakte emoties. Ik houd er van om muziek te maken van het moment, goed of slecht. Mijn muziek is een snapshot van dat moment.” Some Say I So I Say Light ligt vanaf 6 mei in de winkel.