Met maar een paar uur slaap na de Freak Nacht bij 3FM komt Flow&CO het Amsterdamse Hotel V binnen. Bij de leden Urbs, Bruno Punt, Pletnum en MelleBEATS is echter geen spoor van vermoeidheid te herkennen. De vier heren maken aan de lopende band grappen terwijl Urbs aan het vertellen is hoe hij laatst dronken met een meisje heeft geklooit, terwijl hij dat achteraf misschien maar beter niet had kunnen doen. De sfeer voor een gezellig interview is in ieder geval gezet.
Aan alles is te zien dat de Grote Prijs-winnaars hechte vrienden zijn. Ze zijn op elkaar ingespeeld en tussendoor is te merken dat er al flink wat inside jokes worden gekaatst. Het is dan ook opvallend dat heren bijna allemaal uit een andere stad komen. Bruno: “Dat is denk ik het unieke van Flow&CO. De meeste groepen komen uit dezelfde stad en daardoor kleden ze zich hetzelfde, gebruiken ze dezelfde slang en daar hebben wij een stuk minder last van.” Waar de leden elkaar van kennen? “Urbs is mijn neef,” legt Pletnum uit. “Bruno komt uit Deventer, maar zat in Zutphen op school, waar Melle en Urbs ook wonen. We waren eerst allemaal solo bezig, maar langzamerhand begonnen we steeds meer samen te chillen en muziek te maken. Zo ontstond Flow&CO.” “Nou we maakten niet meteen muziek samen hé,” corrigeert Urbs. “We begonnen in 2010 al samen kleine optredens te geven met ieder zijn eigen solo nummers en een paar nummers waar Bruno en ik een featuring met elkaar hadden.” Bruno: “Onze eerste grote show was drie jaar terug in het Burgerweeshuis in Deventer als voorprogramma van The Opposites. Drie maanden later gingen we pas tapen. We hadden in die tussenperiode wel wat opzetjes voor nummers die we al opvoerden, maar niets was opgenomen en echt afgemaakt. Zo hebben we iets van tien shows gedaan.” De meeste artiesten werken eerst aan een repertoire voordat ze beginnen met optreden. Dat Flow&CO het volgens de norm in de omgekeerde volgorde doet, hadden de heren niet door. Melle: “Zoals heel veel dingen bij ons, is dit ook spontaan gegaan. We hebben niet bewust ervoor gekozen om pas op zo’n laat stadium op te nemen. Het werkte gewoon voor ons, dus er was niets aan de hand. Achteraf gezien was het ook wel handig. We konden nog voordat een nummer echt bestond merken wat het met het publiek en met ons deed. De harde nummers hebben we alsnog opgenomen terwijl andere ergens op een podium zijn gesneuveld.” Toch lijkt het niet echt handig om vooral met opzetjes op een podium te staan. Urbs: “We doen echt heel veel dingen spelenderwijs, maar als we echt grinden, gaat er een knop om en zijn we bloedserieus. Helemaal als het gaat om optredens. We hebben die shit echt heel erg geoefend.” Pletnum: We hebben inderdaad alles tot in de details uitgedokterd. Van hoe we het beste langs elkaar heen lopen zonder tot aan waar de back ups moeten binnenvallen om goed te klinken. Dus, we hadden misschien geen nummers opgenomen, maar we hadden wel elke keer een show uitgedacht en geoefend.” Het serieus nemen van optredens en de in drie jaar opgedane podiumervaring wierp vier maanden geleden haar vruchten af. Flow&CO won de Grote Prijs van Nederland in een volle Paradiso. “Het klinkt cliché maar het was echt een kippenvelmoment,” aldus Pletnum. “ Er waren veel mensen mee gegaan en die creëerden de perfecte sfeer voor ons. Ik ben daarnaast trots en blij dat we in een roerige periode zoveel hebben kunnen oefenen. Er zijn namelijk wel wat offers gebracht.” Om welke offers het gaat? Urbs: “Bitches en money.” Pletnum: “Nee even serieus, de opa van Urbs was overleden tijdens de halve finale in Apeldoorn. Daarna zouden we eigenlijk naar Suriname gaan om hem te begraven, maar dat ging niet omdat we nog allemaal zaken moesten regelen voor Flow&CO. Het was een moeilijke periode, maar het werk is niet voor niets geweest.” Na het winnen van de Grote Prijs kwamen de heren in de spotlight, wat het een en ander veranderde. Pletnum: “Mensen behandelen ons opeens heel anders.” “Ja man, vroeger werden we backstage echt als Raymzter behandeld man,” haakt Urbs in. Bruno: “Het gekste was toch wel dat mensen die je je hele leven al kent opeens anders tegen je gaan doen omdat je op TV bent geweest. Er waren van die gasten waarvan ik gewoon al wist dat ze onze muziek niet hard vonden en die opeens zeiden dat ze het helemaal tof vonden.” Ook twee labels toonden na de winst interesse in Flow&CO, maar beide deals werden afgeslagen. Pletnum: “Ik wil sowieso een shout out naar Gikkels geven voor deze. Hij had ons kort voor de gesprekken met de labels gewezen op de dingen waar we op moesten letten. Hij heeft ons een hele belangrijke eye opener gegeven. Labels weten hun verhaal maar al te goed te verkopen en zo verhullen ze allemaal zaken waar je makkelijk in kunt trappen als beginnend artiest. Ze beloven je de top maar voor je het weet heb je een fucked up contract in je kontgat. Door Gikkels hebben we wat fucked up deals kunnen afwijzen.” “We zijn altijd bereid om te praten,” nuanceert Bruno. “Maar een label moet wel iets toevoegen en veel kleine labels zouden dat bij ons moeilijk kunnen omdat we al drie jaar alles zelf doen. Al het geld dat we met een show verdienen, gaat eerst in een pot. Daarna bepalen we wat we ermee doen. Dat kan onszelf uitbetalen met een deel ervan, maar het kan ook zijn dat we het later voor een clip gaan gebruiken. We zorgen er in ieder geval wel voor dat we altijd genoeg geld achter de hand hebben om vooruit te komen. Natuurlijk zijn er weleens discussies tussen mensen dat iemand het geld nodig heeft en de ander juist wilt bewaren, maar we hebben een gezamenlijk doel en daardoor komen we er wel altijd uit.” Na een relatief korte periode waarin labels, vrienden en fans Flow&CO alle aandacht gaven, besloten de heren juist onder de radar te opereren. Bruno: “Ons product was simpelweg nog niet klaar. Als je je dan teveel in de media gaat begeven, moet je of dingen tegen je zin in gaan uitbrengen of dingen openlijk gaan uitstellen. Wij wilden gewoon in alle rust aan onze tape werken en dan uitbrengen wanneer het klaar was.” Toch is het een gewaagde zet. De Grote Prijs zet artiesten in de spotlight. Hierdoor wordt er een momentum gecreëerd dat naar grotere mogelijkheden leidt. Het inlassen van een pauze, kan het momentum afbreken. Urbs: “Ja, daar hebben we ook over gesproken natuurlijk. Maar we zijn van mening dat we het momentum juíst kunnen vergroten door het tijdelijk af te breken. Want eerst was ons cv vrij kaal. Nu we de grote prijs hebben gewonnen, treden we regelmatig op en hebben we nu de Kibbelayng Tape.” De Kibbelayng tape is het gratis album waarmee Flow&CO de weg naar een groter publiek wilt vinden. Melle: “Doordat we vooral hebben opgetreden en maar weinig nummers hebben uitgebracht zijn we bekender bij boekers dan bij luisteraars.” Pletnum: “Bekend bij de bekenden en onbekend bij de onbekenden.” “Nu brengen we een tape van dertien tracks en kunnen mensen ons leren kennen,” gaat Melle verder. Het leren kennen van de jongens door hun muziek is ook belangrijk om de naam, cover en sommige teksten te begrijpen. Bruno: “Kibbeling is een way of life, we vissen naar dingen.” Pletnum: “Je kunt Flow&CO zien als een stukje kibbeling. De buiten laag is krokant en smaakvol en van binnen is het zachter en goed voor je gezondheid.” Urbs: “Je moet een kibbelaar worden om het allemaal te begrijpen, mensen moeten de tape luisteren en dan worden ze gegarandeerd kibbelaars.” De woorden van Flow&CO klinken misschien nog wat vaag, maar de jongens zijn niet bang om onbegrepen te zijn. Pletnum: “We hebben een harde kern fans die al lang op de Kibbelayng Tape wachten, die zullen sowieso alle inside jokes begrijpen, maar we zijn muzikaal trots op de plaat, dus we zijn niet bang dat nieuwe luisteraars het niet zullen waarderen.” Pauze. “We zijn niet bang om het uit te brengen, alleen enthousiast om het te delen.”