De afgelopen maanden dropten 50 Cent, Tony Yayo en Lloyd Banks allemaal een nieuwe mixtape. Opvallend genoeg stond er op de drie projecten geen enkele onderlinge samenwerking, terwijl van de veroordeelde Young Buck al helemaal niets meer vernomen werd. En dat voor een viertal dat aanvankelijk naar buiten trad als een hecht, bijna broederlijk collectief. Wat is er sindsdien veranderd binnen G-Unit? Zal er ooit nog een groepsalbum komen? State geeft een overzicht.
De voorgeschiedenis van G-Unit begint met een verhuizing. Curtis "Boo Boo" Jackson (1975) verliest zijn moeder op 8-jarige leeftijd aan een overdosis en trekt noodgedwongen in bij zijn grootmoeder, in het arme South Side Jamaica, Queens. Daar brengt hij dagen achter elkaar door op straat, en tijdens de crack epidemic die tussen 1984 en 1993 door Amerika gaat, wordt Boo Boo een van de best verdienende drugsdealers in zijn wijk. Maar ondanks alle inkomsten begrijpt hij ook al gauw hoe fragiel en kwetsbaar zo'n bestaan is: om hem heen worden wekelijks mensen vermoord, vrijwel niemand in de business haalt de dertig. En dus besluit hij op 21-jarige leeftijd de boeg drastisch om te gooien: hij stort zich op zijn carrière als rapper. De naam Boo Boo komt te vervallen, vanaf nu noemt hij zich 50 Cent. G-Unit bestaat dan nog niet. Anders dan vaak wordt aangenomen, zet 50 zijn eerste stappen in het muzikale landschap zonder zijn jeugdvrienden Tony Yayo (1978) en Lloyd Banks (1982). De drie kennen elkaar van freestyle-battles op straat en nemen regelmatig tracks samen op, maar 50 Cent richt zich vooral op zijn solocarrière. En er zijn genoeg mensen, zoals wijlen Jam Master Jay, die hem daarbij helpen en onder hun hoede nemen. Binnen een paar jaar tekent 50 een contract bij Columbia Records. Zijn debuut Power of A Dollar moet begin 2000 verschijnen - met gastoptredens van onder meer Destiny's Child en Bun B (en dus geen spoor van Yayo of Banks). Maar het album wordt geannuleerd na 50’s inmiddels beroemde (hoogstwaarschijnlijk drugsgelieerde) schietpartij: Columbia vindt het te riskant om met dergelijke artiesten in zee te gaan (ook vanwege het controversiële nummer Ghetto Qu’ran ) en zet 50 Cent op straat. Pas dan, als hij weer een free agent is en min of meer opnieuw moet beginnen, treedt G-Unit via diverse mixtapes naar buiten. De rolverdeling binnen de groep ligt vanaf het begin vast: 50 Cent, de oudste van het drietal, is het middelpunt. Yayo en (een dan nog piepjonge) Banks mogen meedoen, natuurlijk, maar nooit te prominent: hun bijdrages blijven beperkt tot coupletten, 50 verzorgt vrijwel alle refreinen en is de drijvende kracht op nagenoeg ieder nummer. De eerste mixtape van het collectief heet exemplarisch genoeg ook 50 Cent is the Future. En op de projecten die volgen staat er op de cover altijd "50 Cent and G-Unit", nooit enkel G-Unit. De verlangde doorbraak blijft aanvankelijk uit, maar binnen de hiphopscene bouwt het drietal al gauw een verdienstelijke reputatie op. Het leidt tot uitnodigingen om te toeren met onder meer Nas, Ca$h Money en Ruff Ryders. Tony Yayo vergezelt 50 Cent bij deze optredens altijd, terwijl de jongere en minder ervaren Banks noodgedwongen thuis blijft en daar voor het eerst in zijn leven solomateriaal opneemt. Het lijkt een futiel detail, maar biedt tegelijk een blauwdruk voor de rolverdeling die altijd zou blijven bestaan: Tony Yayo die met 50 mee mag en daardoor in diens schaduw blijft staan, Lloyd Banks die op eigen benen een netwerk opbouwt en laat zien ook in zijn eentje sterke tracks te kunnen maken. Uiteindelijk is het 50’s soloproject Guess Who’s Back dat ervoor zorgt dat 50 een wereldster wordt. De mixtape komt via via bij Eminem terecht, die samen met Dr. Dre besluit Curtis Jackson een contract aan te bieden. Het gevolg is bekend: 50 groeit binnen een mum van tijd uit tot een wereldster, blijkt naast een grofgebekte rapper ook een fijnzinnige zakenman en start zijn eigen label: G-Unit Records. Niet alleen Yayo en Banks krijgen een contract aangeboden, maar ook de uit het Zuiden afkomstige Young Buck - zo groeit G-Unit uit tot een viertal, dat ook deals tekent voor solowerk. Vreugde overheerst: in een mum van tijd droppen alle acts succesvolle projecten, en de ene single uit het G-Unit-kamp is de hitlijst nog niet uit of de volgende dient zich alweer aan. Wat met name beklijft, is de rauwe, misschien wel grimmige wijze waarop het collectief zich aandient. De muziek klinkt weliswaar toegankelijk, maar inhoudelijk gaat het over klassieke gangsterrapthema's als geweld, broederschap en loyaliteit. Vooral dat laatste lijkt extreem belangrijk in de beginperiode van G-Unit. Het groepsalbum Beg for Mercy opent bijvoorbeeld met de track G-Unit - die door zijn agressieve teksten en nadruk op het eenheidsgevoel bijna overkomt als een beginselverklaring - terwijl ook de soloalbums van Banks en Buck openen met een lofzang op hun groep. Zo verklaart Buck zich op I'm a Soldier letterlijk tot een soldaat van het G-Unit-leger ("Cuz 50 got 50 enemies, but if they fight him, they gotta fight me"), terwijl Banks hamert op het unieke karakter van het collectief: "Aint no click like the one I'm with / If the drama gets thick its the guns I get / G-Unit niggaz is runnin this shit." G-Unit Records is meteen een groot succes, zeker als Dr. Dre's nieuwe protegé The Game ook nog eens aanslaat en samen met 50 Cent twee supersingles How We Do en Hate It Or Love It uitbrengt. Olivia wordt gecontracteerd om de (vrouwelijke) R&B-markt te bedienen, Spider Loc moet de markt aan de Westkust bedienen en ook gevestigde namen als Mobb Deep, Ma$e en M.O.P. worden met veel bombarie binnengehaald. En ook al vertrekken bijna al deze acts uiteindelijk zonder ook maar iets te releasen, even lijkt niets G-Unit tegen te kunnen houden. 50 Cent blijkt veel meer dan een succesvolle artiest, hij is een handige labelbaas - behalve muziek brengt hij nu ook films, boeken, videogames, en vitaminewater op de markt. In 2007 is hij op Jay-Z na de rijkste speler ooit uit de hiphopindustrie, aldus Forbes. Binnen een paar jaar is G-Unit uitgegroeid van een undergroundgroep uit New York tot een wereldwijd merk. Maar hoe groter de successen worden, hoe duidelijker de verhoudingen binnen G-Unit worden. Waar 50 eerst alleen het uithangbord was van een verder gelijkwaardige groep jeugdvrienden, is de rapper nu degene waarmee alle muziek officieel wordt gepromoot. Op de albumhoes van G-Unit staat hij nadrukkelijk in het midden, in de eerste singles van de andere groepsleden verschijnt hij nadrukkelijk in de video en verzorgt hij het refrein (bij Lloyd Banks' On Fire is het alleen een intro). Olivia vat het enkele jaren later treffend samen tegenover HipHopDX: "We hadden niemand bij het label, ik deed alles via 50 [Cent]. Ik hoefde [Interscope-eigenaar] Jimmy Iovine niet te bellen, ik belde 50 direct en samen probeerden we dingen op te lossen." De taakverdeling binnen G-Unit is nu contractueel vastgelegd: 50 Cent is de labelbaas, degene die de beslissingen maakt en nieuwe aanwinsten contracteert, terwijl de rest slechts dienst doet als werknemer. Het is een hiërarchie die fel contrasteert met het eenheidsgevoel dat in de teksten zo wordt benadrukt. De eerste projecten uit het G-Unit-kamp staan, zoals gezegd, vol borstgeklop over de eigen prestaties en onderlinge gastoptredens. Maar naarmate er meer andere acts worden gecontracteerd, verdwijnt de typische G-Unit-sound steeds meer naar de achtergrond. Op 50's tweede album (2005) doen Lloyd Banks en Young Buck bijvoorbeeld al niet meer mee, terwijl Banks zich ook steeds meer richt op andere artiesten en Bucks eigen tweede plaat (2007) helemaal geen G-Unit-gasten bevat. En het blijft niet bij dergelijke details: ook aan de oppervlakte lijkt er steeds minder sprake van een hechte eenheid. Groepsoptredens komen almaar minder voor, The Game vertrekt na één album bij het label en verklaart openlijk de oorlog aan G-Unit (en 50 Cent in het bijzonder), en als vervolgens ook Young Buck ruzie krijgt met 50 en vertrekt bij G-Unit Records, blijkt steeds duidelijker hoe wankel het fundament van het label eigenlijk is. Wereldberoemd is het telefoongesprek tussen Buck en 50, dat door laatstgenoemde online wordt gezet nadat Buck weigert enige schuld op zich te nemen. Het is een onderhoud van nog geen twintig minuten, maar het maakt pijnlijk veel duidelijk. Over de dictatoriale manier waarop 50 Cent leiding geeft en eist dat zijn ondergeschikten hem daarin volgen. Over de vaderlijke toon waarop hij ze toespreekt. Over zijn onbegrensde (en niet onterechte) zelfvertrouwen. Die drie eigenschappen worden kernachtig samengevat door het (bewust onvertaalde) advies dat hij Buck uiteindelijk geeft: "Stay closer to me, Buck, so you don't fuck up." Maar het is al te laat. Buck lijkt dit ook te beseffen en barst in tranen uit, smekend om hulp bij zijn financiële en juridische problemen. Een paar weken later verlaat hij G-Unit Records. Sindsdien is het hem bijzonder tragisch verlopen. Elke keer dat je denkt dat hij niet dieper kan zinken, komt er een overtreffende trap. Eerst het telefoongesprek, dan een totaal geflopt comebackalbum, vervolgens zijn grote drugsprobleem, daarna nog eens een faillissement dat ervoor zorgt dat veel van zijn bezittingen geveild moeten worden en tot overmaat van ramp, zit hij vanaf begin augustus ook nog eens een anderhalf jaar durende gevangenisstraf uit wegens wapenbezit. Vlak nadat Buck is vertrokken, verschijnt G-Units tweede en (vooralsnog?) laatste project: Terminate on Sight (2007). Een album waarop krampachtig gezocht wordt naar die ene hit die het drietal weer terug in de schijnwerpers kan brengen, en waarop de groep tegelijkertijd haar stoere straatimago wil herstellen. Maar T.O.S. is een tegenvaller, niet alleen omdat het commerciële succes uitblijft, maar ook omdat er geen enkele urgentie of dwang meer van de muziek uit gaat. Aan het woord is dezelfde drie-eenheid als helemaal in het begin, maar nu klinken Banks, 50 en Yayo vooral verveeld. Geen moment lijken ze oprecht overtuigd van hun woorden, de teksten zijn hooguit een aftreksel van wat ze eerder hebben gerapt, de aanvankelijke honger heeft plaatsgemaakt voor verveling. Helemaal schrijnend wordt het op de vier tracks waarbij de inmiddels al verbannen Young Buck meedoet - wegens contractuele verplichtingen? Commerciële belangen? het blijft een raadsel - en zijn trouw bezweert aan de groep. Op Rider Pt. 2 rapt hij: "Nigga this is G-Unit, fuck your click Like syphilis, bitch you stuck with this I'm a loyal nigga, die behind mine / Even if 50 drop me I still wouldn't sign." Uiterst pijnlijk om te horen uit de mond van iemand die inmiddels al aan de kant is gezet, en juist publiekelijk ruzie heeft met 50. Het plaatst de woorden van Yayo en Banks vanzelf in een ander perspectief: hoe gemeend kunnen hun lofzangen op het collectief immers zijn, als vergelijkbare teksten van hun collega zo nietszeggend blijken? De loyaliteit die aan de basis staat van de groep, lijkt ineens een verkooptruc. Een marketingpraatje dat aan kracht heeft ingeboet. Toeval of niet, sinds T.O.S. is het extreem rustig geworden rondom G-Unit. Het label is gekrompen, de groep treedt zelden nog op en 50 Cent wil zich vooral richten op zijn solocarrière. In 2009 verschijnt zijn Before I Self Destruct, waaraan geen enkele andere G-Unit-rapper meedoet. Een jaar later wordt bekend dat Lloyd Banks en Tony Yayo niet meer onder de distributie van Interscope vallen, maar onder die van het kleinere EMI. De reden hiervoor is nooit helemaal duidelijk geworden: zijn ze vrijwillig gewisseld, of zijn ze overgeplaatst door hogerhand? Hoe dan ook, vooral Banks profiteert van de verandering: met enkele hoogstaande mixtapes weet hij een hype rond zichzelf te creëren, die ervoor zorgt dat zijn H.F.M. 2 (2010) aanslaat en goed ontvangen wordt. Terwijl zijn eerste albums nog het etiket G-Unit Records droegen, staat Banks nu voor het eerst op zichzelf. 50 doet slechts één keer mee, terwijl hij oorspronkelijk op meerdere tracks zou staan. ( Volgens Banks komt dit vooral doordat 50 nooit aanwezig is in de studio, en hij meldt ook dat diens verse op de track Payback pas is opgenomen toen de rest van het album al af was) Maar juist zonder de hulp van 50 gaat het Banks de laatste jaren bijzonder goed. In bijna alle interviews benadrukt hij dat hij door de overstap naar EMI meer creatieve vrijheid heeft, dat hij voor het eerst echt kan doen wat hij wil. Deze metamorfose van trouwe straatsoldaat naar onafhankelijke A-artiest wordt ook door anderen opgemerkt en geprezen. Op H.F.M. 2 werkt Banks met allerlei mensen buiten de G-Unit-stal, zoals Akon, Raekwon, Kanye West en Swizz Beatz, terwijl producer Just Blaze hem tegenover website SOHH nog eens extra prijst: "Ik denk dat Banks de eerste keer mee deed met de G-Unit-wave. Dit keer doet hij het op eigen kracht." De single Beamer, Benz or Bentley zorgt er uiteindelijk voor dat Banks zichzelf als solo-act opnieuw internationaal laat horen: het is misschien wel de grootste hit uit zijn carrière, en anders in elk geval de meest lucratieve. Doordat hij nu niet meer onder contract staat bij een grote distributeur en geen enorme promo-organisaties achter zich heeft, gaat de meeste winst rechtstreeks naar Banks zelf. En dus voor het eerst niet naar 50 Cent. Sindsdien is er geen officiële soloplaat meer van Banks verschenen, maar hij heeft zijn momentum allerminst verloren. Met grote regelmaat brengt hij goed ontvangen mixtapes uit, en men kijkt reikhalzend uit naar zijn nieuwe album. Wat opvalt aan zijn mixtape-materiaal, is de geringe rol die G-Unit erop speelt. De groepsleden doen niet mee, de groep zelf wordt amper concreet genoemd en zelfs de loyaliteit die de teksten van de vroege Banks zo kenmerkte, is nagenoeg verdwenen. Hetzelfde geldt (in iets mindere mate) voor de laatste tapes van 50: G-Unit speelt een kleinere rol dan ooit. Er wordt amper diep op in gegaan en van onderlinge samenwerkingen is geen sprake. Nee, als een van de MC's zich al uitlaat over de groep, gebeurt dat voornamelijk in interviews, die in het geval van 50 bijna altijd de moeite waard zijn en de verhoudingen veelal nog eens extra op scherp zetten. Zo laat 50 Cent in mei 2012 weten waarom hij tegenwoordig zo weinig samenwerkingen opneemt, en suggereert hij tevens dat hij geen enkele behoefte voelt om de band met Banks nieuw leven in te blazen. Enkele maanden later voegt hij daar tegenover XXLMag aan toe dat hij Banks en Yayo teveel verwend heeft in hun carrière. Hij komt hierbij over als een teleurgestelde ouder, die het niet meer kan of wil opbrengen zijn kroost nog langer te verzorgen. 50 zegt onder meer: "Ik heb ze zoveel verwend dat ze het gevoel hebben dat ze niets hoeven hoeven te doen.” En: “Ze hebben geen manager gehad. Ik heb dat hun hele carrière voor hun gedaan. (...) Dat is 8.7, 9 miljoen dollar per persoon. Ik heb dat voor hen gedaan. (...) Ik denk dat ze zichzelf bijeen moeten rapen.” En: “Yayo moet een stuk meer doen. Hij doet gewoon niet wat hij moet doen.” Daarnaast liet Banks verstek gaan bij de laatste optredens van G-Unit en zelfs bij 50's groots opgezette Get Rich Or Die Tryin'-jubileum, terwijl 50 in een interview liet weten dat ze al negen (!) maanden geen contact met elkaar hebben gehad. Tony Yayo is tenslotte meer naar de achtergrond verdwenen. Hij doet nog steeds regelmatig dienst als backup-MC van 50, maar heeft nooit duidelijk gereageerd op diens uitspraken. De geruchten dat hij 50 gedisst zou hebben, heeft hij onmiddellijk en vol overtuiging ontkracht . Sinds zijn officiële debuut (2005) lijkt Yayo sowieso wat gas terug te hebben genomen: hij kondigt nu al jaren zijn nieuwe The Yayo Rampage aan, maar komt intussen niet verder dan enkele niet pakkende singles en een overdosis mixtapes, de een nog onbeduidender dan de ander. En waar dergelijke projecten bij 50 en Banks duidelijk in het teken staan van een aankomende hype of het opbouwen van de juiste buzz, is het bij Yayo inmiddels de vraag of hij zijn publiek nog wel echt ergens op voorbereidt, of dat deze mixtapes eigenlijk alles zijn wat hij te bieden heeft. Ook Banks heeft zich nooit fel uitgelaten tegen 50 - misschien realiseert hij zich dat dat een strijd is die hij maar beter niet aan kan gaan. Toch zondert hij zich duidelijk af van zijn mentor, wat vooral tot uiting komt bij de gefilmde grap - die twee jaar geleden bij hem werd uitgehaald. We zien een kleedkamer, waarin 50 en Eminem tegenover Banks zitten en hem vermanend toespreken. Vooral 50 komt geïrriteerd over: hij zet vraagtekens bij Banks' loyaliteit en benadrukt hoezeer de verhoudingen tussen hen veranderd zijn. "Ik denk dat deze shit tussen ons een beetje grappig is, jij en Yayo en alles wat er nog meer gebeurt (...) Ik begrijp niet meer wat er gebeurt." Uiteindelijk halen Eminem en 50 een gouden plaat voor Beamer, Benz & Bentley tevoorschijn en blijkt dat het allemaal een prank is, maar Banks' reactie maakt duidelijk dat hij de lol er niet van inziet. Terwijl 50 Cent nauwelijks bijkomt het lachen, houdt Banks het zelf bij een voorzichtige en ongemakkelijke grijns. Later bevestigt hij tegenover DJ Envy dat hij er inderdaad weinig aan vindt: "Ik zag er niet echt in de humor van in, want in de praktijk heb ik soortgelijke situaties meegemaakt, miscommunicaties en alles. (...) Ik vond het niet tof, man. They sold me out." Door sommigen wordt dit voorval afgedaan als een verkeerd begrepen grap, maar er schuilen overduidelijk serieuze verwijten en klachten onder. 50 eist niet alleen totale toewijding en loyaliteit van zijn onderdanen, hij wil paradoxaal genoeg ook dat ze op eigen benen kunnen staan. Yayo heeft dat duidelijk niet in zich: net als tien jaar geleden stelt hij zich nadrukkelijk op in de schaduw van 50, en de kans dat hij ooit zelf nog een serieuze carrière zal hebben lijkt klein. Buck is eveneens afgeschreven, maar Banks weet zich steeds nadrukkelijker los te maken van het G-Unit-stempel dat hij jarenlang met zich meedroeg. De hele breuk zou natuurlijk ook een marketingtruc kunnen zijn, maar daarvoor lijkt het veel te structureel. Banks heeft na Get Rich Or Die Tryin' bijvoorbeeld geen enkele gastverse meer voor 50 gedaan, terwijl 50 ook op Banks eigen albums een steeds kleinere rol speelt. De vraag is nu, hoe ver durft Banks op eigen kracht te gaan? Zal hij zich helemaal loswrikken van G-Unit, en wordt hij een volwaardig onafhankelijke artiest? Kwalitatief heeft hij het zeker in zich, maar voor grote labels en radiostations maakt het hem uiteraard minder aantrekkelijk. Het kan natuurlijk ook dat hij en 50 het weer bijleggen, binnen de hiphop duiken artiesten tenslotte regelmatig de studio in met degene die ze een maand eerder nog de dood toewensten. Maar aan de andere kant: is deze breuk daarvoor niet te diepgaand en langdurig? Bovendien wordt het voor 50 tijd om zich als soloartiest weer te laten gelden. Hij is bijna miljardair, hij kan alles doen wat hij wil, maar muziek blijft zijn voornaamste liefde en hij investeert nu al tijden in tapes en videoclips. Wat daaraan opvalt, is dat hij zijn uiterste best doet om weer als vanouds te klinken. Hij wil de straatrat die in 2003 de wereld veroverde weer reanimeren. Zeker niet altijd even boeiend, maar de honger lijkt langzamerhand weer terug te komen bij 50, en hij schaaft nu al zo lang aan zijn Street King Immortal dat de verwachtingen immens zijn. Op de (matige) eerste track New Day (met Dr. Dre en Alicia Keys) laat hij er alvast geen twijfel over bestaan: "Nothing matters but the music, music is my first love." De net verschenen video My Life (met Eminem en Adam Levine) bevestigt dat Street King Immortal niet het zoveelste 50-project wordt: voor het eerst in zijn loopbaan dropt hij een eerste single die niet klinkt als hol hitlijstenvoer, maar ook een persoonlijke inzet heeft. Zo rapt hij aan het eind van zijn eerste couplet: "This is my recovery, my comeback, kid", terwijl ook zijn relatie met zijn rijkdom aan bod komt. Tien jaar na zijn doorbraak lijkt 50 er kortom alles aan doen om zijn tanden nog een keer te laten zien. Zonder G-Unit, zonder de jongens die hij meenam toen Dr. Dre en Eminem hem een kans geven. Hij heeft de deur voor hen opengezet, nu moeten Lloyd Banks en Tony Yayo het echt zelf doen. Hun nieuwe tapes zijn reeds aangekondigd, het is de vraag of ze daar nieuwe paden mee kunnen betreden. En of 50 het in zich heeft om ons ervan te overtuigen dat hij nog steeds de toekomst is.