Een strakke flow? Check. Degelijke teksten? Check. Discipline, goede beats, hulp van grootheden als Muggs, Ghostface Killah en Kurupt? Check, check, check. Op papier heeft Planet Asia alles om een gewaardeerde undergroundartiest te worden. Wellicht niet iemand voor de wereldwijde hitlijsten, maar wel een type Evidence of Chali 2na, zo'n MC die altijd op een trouwe groep aanhangers kan rekenen. Toch wordt zijn werk, ondanks eerdere deals met Interscope en Stones Throw, nog steeds amper geluisterd. Ook het nieuwe Abrasions dreigt ongemerkt voorbij te gaan.
Om maar met de deur in huis te vallen: dat is onterecht. Niet alleen omdat Asia zich al jaren een bekwame en buitengewoon consistente rapper toont, maar ook omdat dit album een fris, aanstekelijk eigen geluid heeft. Daarvoor mag vooral de jonge producer Gensu Dean geprezen worden. Schijnbaar zonder moeite weet hij een heel album te vullen met rauwe, toegankelijke en toch nergens eentonige beats. Zijn producties leunen hevig op de ouderwetse drumcomputer SP-1200 en allerhande samples, waardoor zijn sound onoverkomelijk een klassieke hiphopvibe heeft. Maar, en dat is het knappe van Deans prestatie: nergens klinkt Abrasions gedateerd of repetitief. De producer maakt met welbekende recepten een afwisselend, fris geheel, dat door zijn vele korte nummers, onverwachtse wendingen en ondefinieerbare samples soms doet denken aan Madvillainy (2004), of aan Count Bass D's onderschatte Dwight Spitz (2002). En net zoals die twee albums put Abrasions haar kracht uit het contrast tussen enerzijds levendige, heen-en-weer springende beats en anderzijds een kalme, strak rappende gastheer. Of hij nu een snelle drumbreak, een ondefinieerbare electroloop of een weemoedige blaaspartij krijgt voorgeschoteld: Planet Asia rapt op dezelfde, ernstige en dominante wijze. Inhoudelijk gaat hij - een uitzondering als het anti-geweld-nummer Listen daargelaten - zelden echt de diepte in; hij richt zich vooral tegen 'goofy-ass rappers' en klopt zichzelf soms met bedenkelijke lines op de borst ("I'm on my own shit, don't give a fuck about what y'all doin'"). Erg, zulke tekstuele voorspelbaarheid? Allerminst. Door Asia's autoritaire manier van rappen en de vitale begeleiding maakt het eigenlijk weinig uit welk onderwerp hij aansnijdt; de combinatie van muzikaal geweld en strakke raps, biedt op zich al ruimschoots genoeg en levert de meest opzwepende en unieke muziek op die ondergetekende in maanden heeft gehoord. De vraag is allang niet meer: zal deze nieuwe muziek ervoor zorgen dat Asia plotseling wel een bekend artiest wordt, maar: moeten wij, hiphopliefhebbers, hier nog naar het luisteren? Het antwoord is, zoveel mag duidelijk zijn, een volmondig ja. Jammer is alleen dat beide heren net geen maat kunnen houden. Misschien hoort dat ook wel bij een dergelijk project, maar nu gaat het album toch een stuk te lang door waardoor het een beetje doodbloedt in plaats van tot een ware apotheose komt. Met twaalf à dertien tracks had Abrasions het weleens tot eindejaarslijstjes kunnen schoppen; nu is het vooral een project dat laat zien hoeveel potentie deze combinatie heeft, en alleen al daarom verdient Planet Asia het om nu eindelijk eens serieus beluisterd te worden. (7.5)