Na het debacle van carnaval besluiten we het de zaterdagavond daarop wat rustiger te houden. Het plan is om met wat usual suspects te gaan hangen bij Carlos thuis. Brian, die zijn ‘rappende struisvogel-act’ inmiddels in de wilgen heeft gehangen, doopt de chill-sessie maar meteen om tot mafia-avond. ‘We beginnen met The Godfather-trilogie, daarna volgen Casino, Good Fellas en A Bronx Tale en we eindigen, lekker voor het slapen gaan, met een ouderwets potje purno; deel vier van ‘De vunzige vingerplant’.
‘Púrno?’ vraag ik. ‘Ja, púrno. Klinkt wat bekakter en daardoor diggen de ladies het beter. Porno klinkt ordinair, zoals sex in de jaren tachtig. Dus als mijn moeder vraagt: “Wat doe je?” klinkt “purno kijken, mam!” een stuk vriendelijker. Vind je ook niet?’ Dat Brian alle schaamte voorbij is weet ik al sinds hij die achterliet in de baarmoeder, maar dat hij met zijn moeder over porno praat is ronduit eng. Fok it, een mafia-avond it is. Omdat we wat in huis willen halen voor de lange nacht die voor ons ligt (ongeveer veertig uur film in één nacht, exclusief plaspauzes), staan we met de spanning van jongetjes die naar een kinderfeestje gaan in de plaatselijke supermarkt. ‘Pizza, chips en bier’ zegt Jurgen. ‘Taco’s, casavechips en mixdrankjes’ zegt Carlos. ‘Dat is toch geen gangstervoedsel!’ brult Brian tussen de pakken pampers door. ‘Kip-nuggets uit de magnetron met slagroom, een pot augurken in je wodka-jus of stijf bevroren plofkip waar je je voortanden op stuk bijt. Dat is die echte shit. Rot toch op met jullie EO-jongerendag-koek-en-zopie.’ Als we even later afrekenen hebben we een winkelwagen vol met de meest absurde artikelen. Brian vind het tot slot ook wel een aardig idee als we tissues meenemen. ‘Goede purno komt met een pak rukpapier’ fluistert hij terwijl het kassameisje mij aanstaart. Met mijn meest oprechte ‘ik-weet-er-niets-van-blik’ probeer ik haar af te wimpelen maar dat lukt niet echt overtuigend. ‘Zo, geregeld’ verzucht Brian als we naar buiten lopen. ‘Nu nog een kat. Op naar de dierenwinkel!’ Onze verbaasde blikken ziet hij niet. ‘Om écht te voelen wat Don Corleone voelt moet je, net als in de film, een poes op schoot hebben – en watjes! Watjes in de wangen! Dat had de Don ook, om met zo’n ik-haast-me-niet-want-ik-hoef-voor-niemand-uit-de-weg-accent te kunnen praten. Je bent eindbaas of niet.’ Een uur later zitten we klaar voor The Godfather I. Terwijl Brian eruit ziet als een loopse cavia door de kilo’s watten die hij in zijn wangen heeft gestouwd, aait hij de zojuist gekochte poes, die bij nader inzien een kater blijkt en de poesjes in de buurt belangrijker vind dan Brians wanna-be Godfather-waanbeelden. Jurgen kotst ondertussen al voor de film goed en wel is begonnen een onduidelijk hapje uit en blijft een paar uur op de w.c. zitten. Na een kwartiertje houdt ook de kater het voor gezien en is Don Brian weer alleen met zijn pak rukpapier. Terwijl Carlos druk zit te whatsappen met zestien meiden tegelijk, houdt Brian zijn Godfather-personage in stand: ‘Zal ik jou een offer doen dat je niet kunt weigeren, L’Ami? Een toastje brie met hagelslag?’ Ik zucht en zet Casino op. Jurgen is weer terug en neemt een stuk pompoen, gevuld met een blok hash. ‘Dat is die echte shit!’ zegt Brian, amper verstaanbaar door de wangwatjes, maar binnen twee minuten zit Jurgen weer op de w.c. Kotsgeluiden overstemmen Joe Pesci, die op het scherm Robert DeNiro uitscheldt. ‘Mag ik wat tissues?’ vraagt opeens de nog altijd whattsappende Carlos aan Brian. Met een handvol papier sprint hij naar buiten. Een kwartier later is hij weer terug. Brian en ik kijken elkaar aan. ‘Ben je zojuist hierbuiten tekeer gegaan of zo? Op onze mafia-avond nog wel?’ vraagt Brian verbaasd terwijl hij half stikt in een dot watten. ‘Dit soort avondjes zijn heilig, man! Wat heb je gedaan en met wie?’ Brian raakt door het dolle heen. Hij trekt de watten uit zijn wangen trekt, duwt Jurgen van de pot omdat hij acuut aan de dunne is geraakt door de actie van Carlos en het weglopen van zijn gangsterpussy. Als hij drie kilo ontlasting verder is brult hij de frustraties van zich af: ‘Wat een rukavond!’