Onlangs belde een struisvogel bij me aan. Althans, een exemplaar met een mannetje erin: my main man Brian. In zijn kielzog stond mijn halve voortuin vol met een als André Hazes verklede Carlos en een knucklehead die dacht dat het wel cool zou zijn om een paar dagen als Elvis door het leven te gaan. "Ken jij Mos Def niet of zo?" vroeg ik hem. "Luister eens naar zijn nummer Rock N Roll, sukkel." Met een vette gelkuif tussen zijn benen droop hij af, all shook up. Carlos deed inmiddels een solonaise.
"Carnavaaaaal!" Brian de struisvogel zou helemaal los gaan dit weekend, dat was wel duidelijk. De nek van zijn uitdossing was minstens drie meter lang en onder zijn verenpak droeg hij een mobiele koelbox, waardoor hij een beetje krom liep ‘maar dat paste bij de act’, vond hij. "Die struiswausen lopen allemaal rond alsof ze net anaal zijn geïnspecteerd op Schiphol. Wat trek jij aan, L’Ami?" Ik had hem in de afgelopen weken al vaker horen praten over een nieuwe hossel, ‘Struis da Slickbird’ en dat hij daarmee als de eerste rappende carnavalsact door het zuiden zou trekken. "Als ik daar op een bar sta te shinen voor tachtig bezopen carnavalsvierders let niemand op mijn flow, de maat die ik mis of mijn struisvogelpak." Toen ik hem vroeg naar het waarom van die vogel legde hij uit: "Ik steek mijn kop niet in het zand maar in de crowd en dan het liefst in het decolleté van een frisse dame." Oké. Dit zou gigantisch fout gaan, wist ik. Dus daar stonden we op het station van Oeteldonk. André Hazes, een rappende struisvogel en ik zei de gek in een vikingspak inclusief stierenhelm van anderhalve meter breed waardoor ik steeds bleef haken achter bagagerekken, coupédeuren en de uitgestoken nek van Struis the Slickbird. Ik voelde me als een stripper tijdens een streng gereformeerde kerkdienst. "Kom, ik word verwacht in café De Geile Gever. Ik doe daar mijn nieuwe nummer ‘We dansen de Struisvogel!", riep Brian en weg was hij. Carlos keek me aan, we schudden ons hoofd. Ik besloot alvast 1-1-2 in te tikken op mijn telefoon. Bij binnenkomst ging het direct fout. Gegeven werd zeker, in De Geile Gever. Door de drukte stootte Brians meterslange struisvogel-nek-met-hoofd de halve drank voorraad van de bar en mijn helm met horens hielp ook niet echt mee. Een meisje in een pinguin-pak werd meegetrokken en over de bar gesmeten. Aan de andere hoorn hingen inmiddels drie pruiken, wat kettinkjes en een een dwerg. De show moest nog beginnen, maar Brian was in da building, met entourage. That’s what’s up. Hij keek niet op of om, vloog naar het podium en werd daarmee de eerste vliegende struisvogel ooit. Hij herhaalde dat kunstje nog eens toen hij door de uitsmijters linea recta naar buiten werd gegooid. "Geen probleem, ik heb nog een show staan. Fok ‘em!", schreeuwde hij tegen de gorilla’s bij de deur. Of ze als aap verkleed gingen weet ik nog steeds niet. Ondertussen neuriede Carlos De Vlieger. In de volgende tent, Partypalace Jaap de Tap, ging het er een stuk gemoedelijker aan toe. Of de grote aankondiging naast de ingang, dat er die avond een tapdansende struisvogel op zou treden, mensen afschrok was niet helemaal duidelijk. Het was ook niet belangrijk. Brian stond al op het podium, dat bestond uit een paar kratten bier met een oude strijkplank erop. Erg stabiel zag het bouwsel er niet uit. Voor de halve man en een paardenkop in het publiek moet het een bizar gezicht zijn geweest. "Tapdansen kan ik niet en doe ik niet!" brulde Brian naar zijn gehoor. Geroezemoes steeg op vanachter de bar, waar de eigenaar zijn wenkbrauwen fronste. Hij had toch echt een tapdanser geboekt. Ik pakte mijn telefoon en keek naar de nummers op mijn scherm: 1-1-2. "Zeg struiswammes! Gajenou tappen ofwa?" riep de eigenaar. Brian gaf geen krimp. "Fok tappen, ik kom met die echte shit!" Terwijl Brian wild springend het refrein inzette van zijn partyhit (nou ja, hit: alleen bekend in zijn garagebox en bij de buren) belandde de snavel van zijn struisvogelkop in de nek van een vrouw die zijn show met argusogen stond te bekijken. Die argusogen werden op slag haviksogen, ready to kill. Omdat ze zelf een koeienpak aan had kreeg dat een grappige lading, maar humor had de vrouw niet echt. Ze mepte de struisvogelkop van Brians pak en ging daarna verder op Brians hoofd. "Sloa’m de tent uit, Lea!" brulde een uitzinnige barman. Brian vloog voor de derde keer die dag een café door. "Mijn kop is eraf!" brulde hij toen hij was geland. "Laten we naar Artis gaan, freestylen met de chimps," besloot hij. "Daar waarderen ze Struis da Slickbird wel, fok die Carnivoren hier."